verse 1
'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven?
Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven.
O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou,
dit roosje is voor jou, mevrouw.
Interlude
verse 2
'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven?
Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven.
O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou,
dit roosje is voor jou, mevrouw.
Outro