Tom: C
Introdução:
C Dm C G C
verse 1
C F C F C F G C
'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven?
G C G C F G C
Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven.
C G C G C
O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou,
C G C
dit roosje is voor jou, mevrouw.
Interlude
C
verse 2
C F C F C F G C
'k Heb een roosje in mijn hand, aan wie zal ik het geven?
G C G C F G C
Al wie dicht bij mij zal staan zal ik dit roosje geven.
C G C G C
O, mooie vrouw, geef mij die hand van jou,
C G C
dit roosje is voor jou, mevrouw.
Outro