Tom: Em
Introdução: Em
Em
Hoe zal ik het gaan verhalen,
Am7
Van het oh zo pienter dier,
D G C7 B7
Bepdibelem petua, zo noem ik het schrander dier.
G Am
Moet ik u nog zeggen,
G B7
Hoe pienter het beest wel was,
Em Am C B7 Em
Hoe Loebeke nijdig wordt bij het zien van zo een ras.
Em
Ooooooh, bepdibelem,
Bm
Oh, mijn petua,
Am C B7 Em Em7
Jij bent m'n lange leven, jij loopt me altijd na.
Em
Ja, Jan, 't ontglipt mij uit den mond,
Am7
Maar met trots, ik geef het toe,
D G C7 B7
't Is een wonderbare hond en schoon, gij weet niet hoe.
G Am
Ge moet eens komen kijken,
G B7
Hoe hij de oren spreidt,
Em Am C B7 Em
Geen jachthond zal dan blijken, wordt meer dan hem benijdt.
Em
Ooooooh, bepdibelem,
Bm
Oh, mijn petua,
Am C B7 Em Em7
Jij bent m'n lange leven, jij loopt me altijd na.
Em
Ge moet eens komen kijken,
Am7
Naar het pientere exemplaar,
D G C B7
Je zal ervoor bezwijken, maar dat is geen bezwaar.
G Am
'k Zal je dus verwachten,
G B7
Ik zet alvast wat thee,
Em Am C7 B7 Em
Je komt best tegen achten en breng Loebeke maar mee.
Em
Ooooooh, bepdibelem,
Bm
Oh, mijn petua,
Am C B7 Em
Jij bent m'n lange leven, jij loopt me altijd na.