Key: Abm
Introduction: Em C G Em C G
Em C G
Zij hield heel veel van kleuters en van dieren,
Em C G
En van de vogels in het veld,
Em C G
En zij vond dat je alles moest delen,
Em C G
En dat ik alleen maar leefde voor mijzelf.
D Em
Mijn dierbare vijand,
D Em
Mijn prachtige vijand,
D Em
Mijn dierbare vijand,
C*
Die mij bemint.
Em C G
In haar dagboek kom ik niet meer voor,
Em C G
Er zijn jonge jongens met ringen in é é n oor,
Em C G
Ik zei jouw dwaze lijf is alleen voor mij,
Em C G
En dat was iets dat zij niet begrijpen kon.
D Em
Mijn dierbare vijand,
D Em
Mijn prachtige vijand,
D Em
Mijn dierbare vijand,
C*
Die mij bemint.
D Em C
Wooe oeoeoe . . .
D Em C
Wooe oeoeoe . . .
D Em C
Wooe oeoeoe . . .
D Em C
Haar schim staat elke nacht weer voor mijn deur,
D Em C
Ze vraagt mij of ze binnen komen kan,
D Em C
Ze bestaat niet en toch en ruik ik haar geur,
D Em C
De geur van zure melk en oude honing.
D Em
Kom binnen,
C
Kom binnen,
D Em
Kom binnen,
C
Kom binnen.
D Em
Mijn dierbare vijand,
D Em
Mijn prachtige vijand,
D Em
Mijn dierbare vijand,
C
Die mij bemint.
D Em
Mijn dierbare vijand,
D Em
Mijn prachtige vijand,
D Em
Mijn dierbare vijand,
C
Die mij bemint,
C
Die mij bemint.
C x4