Key:
Introduction:
C C/B Am
Ze deed er niet zo toe, ze was wat moe,
G F Cadd4/E F G
staarde naar de bank vooraan, hij was net opgestaan.
C C/B Am G F
En hij streek met zijn lange vingers door z&rsquo n haar
C/B F G
en staarde warrig naar de grond.
C
Keek naar zijn bladmuziek,
C/B Am G F Cadd4/E F G
hij zag haar niet en had haar tot die dag nog nooit gezien.
F G C
En zij praat veel te veel, en hij denkt te veel na.
F G C
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar.
F E7 Am G
Hij was verliefd maar was van plan alleen te blijven.
F G
En dat doet haar niet zo veel.
C C/B Am G F
Het is april, ze zitten samen op het randje van de Amstel, zwijgen stil.
Cadd4/E F G
Draaien rondjes met hun tenen in het water.
C C/B Am G
En ze wil hem zoveel vragen, maar ze geeft hem ook de tijd.
F Cadd4/E F G
Hij kijkt opzij en ziet haar mooie meisjeslach.
F G C
En zij praat veel te veel en hij denkt te veel na.
F G C
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar.
F E7 Am G
Hij is verliefd maar was van plan alleen te blijven.
F G
En daar trekt ze zich zo lekker niks van aan.
C C/B Am G
En ze gaan staan. Zij met haar buik, hij draagt nog steeds die zelfde trui
F Cadd4/E F G
en zij geen mooie jurk, het hoeft ook niet, en hun ouders zijn erbij.
C C/B Am G
Hij kijkt opzij en lacht verlegen, maar &rsquo s avonds na het eten
F Cadd4/E F G
danst ie rondjes in de kamer om haar heen.
F G C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na.
F G C
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar.
F E7 Am G
Hij is verliefd, ze was van plan alleen te blijven,
F G
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, het doet er niet meer toe.
F G C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na.
F G C
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar.
F E7 Am G
Hij is verliefd, ze was van plan alleen te blijven,
F G
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, het doet er niet meer toe.
C C/B Am G F Cadd4/E F G C
Oehoe hoe hoe