verse 1
Zwijgend lapt ze alle ramen hangt de was op in de schuur
Langzaam doet ze de cyclamen schrijft een giro voor de huur
Zachtjes haalt ze na het amen de kastanjes uit het vuur
Van de keuken naar de kamer van het kastje naar de muur
verse 2
En soms huilt ze wel heel even maar dan hoort ze buiten "mam"
En ze houdt haar hoofd geheven smeert een nieuwe boterham
Op een tegeltje geschreven als een tijdloos telegram
Staat van het concert des levens krijgt niemand een program
Chorus
Ze is zo doodgewoon zo fatsoenlijk doodgewoon
Ze is zo doodgewoon zo aandoenlijk doodgewoon
verse 3
Hoor de torenklokken slaan al in de verte op het plein
Onbewust telt ze het aantal vijf is het onveilig sein
Komt er weer een nieuwe aanval strakjes als hij thuis zal zijn
En ze twijfelt of ze gaan zal maar blijven doet zo?n pijn
Chorus
Ze is zo doodgewoon onmiskenbaar doodgewoon
Ze is zo doodgewoon onafwendbaar doodgewoon
Interlude
verse 4
Ze was nog jong en onervaren toen hij haar meenam in zijn ford
Maar hij zegt na al die jaren ach je komt toch niets tekort
En ze kan het niet verklaren waarom alles kleurloos wordt
Ze kan uren zitten staren met de schillen in haar schort
Chorus
Ze is zo doodgewoon onverslijtbaar doodgewoon
Ze is zo doodgewoon zo onbereikbaar?