verse 1
We zijn maar stipjes in de kosmos, twee regendruppels op een ruit,
hoe het zo is kunnen lopen, daar kom je niet uit.
verse 2
We zijn maar stipjes in de melkweg, twee korreltjes in een woestijn,
toch zijn we bij elkaar gekomen, 't moest blijkbaar zo zijn.
Geef mij je hand, geef mij je hand en leg er je warmte bij.
Volg je hart, niet je verstand, dan maak je dit stipje blij.
verse 3
We zijn maar deeltjes in de dampkring, verdwaalde stipjes zonder meer,
deeltjes die toevallig botsten in de atmosfeer.
Geef mij je hand, geef mij je hand en leg er je warmte bij.
Volg je hart, niet je verstand, dan maak je dit stipje blij.
Bridge
Zo worden wij met z'n twee terwijl de hemel lacht,
één stipje onder de melkweg vannacht.
Interlude
End-Chorus
Geef mij je hand, geef mij je hand en leg er je warmte bij.
Volg je hart, niet je verstand, dan maak je dit stipje blij.
Geef mij je hand, geef mij je hand en leg er je warmte bij.
Volg je hart, niet je verstand, dan maak je dit stipje blij.