Voor mij was jij voorbij,
Hoe jong je was, ik vond je ogen oud,
Je huis was te gesloten,
De lucht te laag, ik vond je leven traag.
Voor mij moest alles anders,
Ik vertrok, ik liet je met je glimlach staan,
Ik moest jou maar vergeten,
Voor goed, want ginder stond een nieuwe maan.
Maar jij, jij bleef waar je was,
Dicht bij jezelf, bij de grond, bij je droom,
En jij , jij stootte de lucht,
Hoger dan mijn kop het ooit kon dro----men.
En ik, ik liep recht de mist in,
Mijn dagen werden koeler dan een raaf,
Vannacht stond ik te beven,
Boven op de brug, ik wou terug.
Ik riep, jij kon me horen,
En ik hoopte dat mijn roep jou deur niet sloot,
Misschien roep ik verloren,
Ik zie jou staan,
Daar staat mijn nieuwe maan.
En jij, jij bleef waar je was,
Dicht bij jezelf, bij de grond, bij je droom,
En jij , jij stootte de lucht,
Hoger dan mijn kop het ooit kon dro----men.
Jij bleef waar je was,
Dicht bij jezelf, bij de grond, bij je droom,
En jij , jij stootte de lucht,
Hoger dan mijn kop het ooit kon dro----men.
Jij bleef waar je was,
Dicht bij jezelf, bij de grond, bij je droom,
En jij , jij stootte de lucht,
Hoger dan mijn kop het ooit kon dro----men.
(Fade Out)