U nodigt mij aan tafel, om dicht bij U te zijn;
te proeven van het leven, dat U deelt door brood en wijn.
U leidt mij in de stilte, ik volg U met ontzag
een plaats van rust waar ik U ontmoeten mag.
U ziet mijn hart en leven, de onrust die verwart;
mijn onbesproken vragen, die er leven in mijn hart.
in vertrouwen leg ik alles voor U neer.
De beker in uw handen, neem ik vol liefde aan
uit handen die verwond zijn, waarin de tekens staan.
Geen woorden meer van oordeel, genade onverdiend,
die aan tafel wordt geproefd en wordt gezien.
U deelt met mij de maaltijd, reikt mij verzoening aan.
Uw liefde is nog groter dan de schuld die is voldaan.
Door de kracht van uw genade ben ik vrij!
Door de kracht van uw genade ben ik vrij!
Door de kracht van uw genade ben ik vrij!
Door de kracht van uw genade ben ik vrij!