Kinderen die mogen spelen in luchtkastelen die bestaan en nooit zullen vergaan
Vroeg of laat gaat zand vervelen, moet je daar niet blijven spelen
Je kunt als je wilt ook op zoek naar de rand van de zandbak gaan
Jong zijn dat is uitproberen, leren balanceren, blijven staan, vallen, verder gaan
Je kunt volwassen willen lijken, alvast naar rijtjeshuizen kijken
Je kunt als je telt voor ’t zelfde geld naar ’t eind van de wereld gaan
Refrein:
Je hebt zo’n 26000 dagen tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
(Je hebt zo’n 26000 dagen) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
Volwassen, evenwichtig lijken, niks laten blijken, nog geen traan, maar twijfel blijft bestaan
Gelukkig zijn is uit de mode, zomaar lachen streng verboden
Je kunt ook hup voor de lol nog een keer gewoon op je kop gaan staan
Eenmaal oud en grijs geworden, in bejaardenoorden van de baan, op een zijspoor staan
Klaverjassend tijd verkwisten, laat je niet voortijdig kisten
Je kunt als je wil ook gewoon zonder pil lekker aan ’t vrijen slaan
Refrein
(26000 dagen) 1 2 3 4 5 6 7 8, (26000 dagen) 9 10 11 12 13 14 15 16
(26000 dagen) 17 18 19 20 21 22, (26000 dagen) 23 24 25 26
26000 dagen tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
(Je hebt zo’n 26000 dagen) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
(Je hebt zo’n 26000 dagen) tussen niets en eeuwigheid (eeuwigheid)
Je kunt lachen, je kunt klagen, maar elke dag ben je voor eeuwig kwijt
Voor eeuwig kwijt, voor eeuwig kwijt