Tom:
Introdução: C
C F C
Zoek je ooit iemand om van je te houden
C Am G
Die zijn arm om je heen legt als het laat wordt en koud
C F C
Als je feestje voorbij is en jij kan niet verder
C G C
Een die weet waar een dame, want dat ben je, van houdt
C F C
Zoek je ooit iemand anders dan al die mannen
C Am G
Die rondom je dingen met hun opschepperij
C F C
Met hun deftige praat, maar platvloerse plannen
C G C
Kijk daar doorheen want dan zie je mij
F G C
Ik zit meestal alleen en een beetje opzij
F G C
Neem toch een jongen met uitstaande oren
F G C
Met uitstaande oren en een droevige blik
C F C
Want die kunnen goed luisteren, want die kunnen goed horen
C
Neem toch zo&rsquo n jongen
G C
Zo'n jongen als ik
C F C
Zoek je ooit iemand om je jas te gaan halen
C Am G
Als die gozer te grof wordt met zijn hand op je dij
C F C
Jij bent een dame, dus je zit je te schamen
C F G C
Je wilt weg uit die tent, o wenk maar naar mij
&emsp
F G C
Vraag naar de jongen met uitstaande oren
F G C
Met uitstaande oren en een droevige blik
C F C
Want die kunnen begrijpen, want die kunnen goed horen
C
Neem toch zo'n jongen
G C
Zo'n jongen als ik
C F C
Zoek je ooit iemand om veel van te houden
C Am G
Als de jaren gaan tellen en het wordt stil om je heen
C F C
Als je je afvraagt: waar zijn nou mijn vrienden
Am G C
Je zult het nooit weten, maar ik was er een
F G C
Oh je hoeft maar te snikken en ik kom meteen
F G C
Vraag naar de jongen met uitstaande oren
C G C
Met uitstaande oren en een droevige blik
C F C
Want die kunnen beminnen, want die kunnen goed horen
C
Neem toch zo&rsquo n jongen
G C
Zo'n jongen als ik
C