Tom: F
Introdução: A B A E A B E
E B
Ieder mens heeft zo z'n eigen werk,
A B E
Van timmerman tot priester in de kerk.
Maar voor mij geldt dat niet,
A
Want waar jij mij ook ziet,
B A B E
Ik zing overal het hoogste lied.
E B
Want op de buhne, leef ik me uit.
Het hele land door,
A B E
Van noord-oost-west tot zuid.
E A
In alle steden ben ik zowat geweest,
B A B E
Maar elke avond is weer opnieuw een feest.
Heel vaak treedt ik op rond middernacht,
A E
Al die mensen met stralende ogen,
B E
Hun avond kan echt niet meer stuk.
A E
Iedereen vrolijk en zo opgetogen,
A B C
Wat is er mooier dan zoveel geluk.
F C
Want op de buhne, Leef ik me uit.
Het hele land door,
Bb C F
Van noord-oost-west tot zuid.
F Bb
In alle steden ben ik zowat geweest,
C Bb C F
Maar elke avond is weer opnieuw een feest.
F Bb
In alle steden ben ik zowat geweest,
C Bb C F
Maar elke avond is weer opnieuw een feest.