Tom: A
Introdução: A A A A
E A
Ik was in weken niet weggeweest,
D
een hele avond met wat vrienden en veel toffe muziek.
E A
Maar 't zit hier vol bizarre mensen.
E A
Ik kan mezelf wel verwensen,
D
ze kijken allemaal naar mij terwijl ik echt niks zei.
B E A
Het is stom dat ik hier kwam. Het is stom, ik word doodziek.
D A
Ik wil naar huis, ik wil naar huis.
D B E A
Ik wil naar huis, want nergens is het beter, nergens is het beter dan thuis.
E A
Een ouwe dikzak komt wat lullen,
D
hij wil de show van Clouseau in z'n discotheek.
E A
En ik zeg "nee", maar hij zegt "dank je",
E A
ik grijp vertwijfeld naar m'n drankje
D
en ik begeef me naar de toog maar hij vervolgt z'n monoloog.
B E A
Het is stom dat ik hier kwam. Het is stom, ik word doodziek. Trouwens ...
D A
Ik wil naar huis, ik wil naar huis.
D B E A
Ik wil naar huis, want nergens is het beter, nergens is het beter dan thuis.
G D A
Wat is er toch met al die mensen? Waarom laten ze me niet met rust?
G D A
Een half uur op dit feestje, ik ben volkomen uitgeblust,
Bm
het is genoeg geweest op dit stomme feest.
G
Er is niets waar ik me niet aan stoor,
Bm
ik ga met stille tred, zogezegd naar het toilet,
D E
maar langs de achterdeur er gauw vandoor. Ja,
D A
Ik ga naar huis, ik ga naar huis.
D B E
Ik ga naar huis, want nergens is het beter, nergens is het beter dan thuis.
D A
Ik ga naar huis, ik ga naar huis.
D B E A
Ik ga naar huis, want nergens is het beter, nergens is het beter dan thuis.