Tom: D
Introdução: D A D A Bm A D D4 D D D4 D
D G
Hoorde jij het van de buren, wisten zij ervan?
D A
Riepen zij: ik was weer in de stad.
D G
Stond het in de ochtendkranten, schreven die er van ?
D A
Wist jij dat ik nieuwe plannen had?
Bm G
Of voelde jij: hij komt er aan,
D A
En voelde jij je goed.
Bm G A D A
Dat hart van jou, ik weet niet hoe het moe-oe-oe-oet,
A D A
Hoe het moe-oe-oe-oet.
D G D G
Waar zijn al de foto's, al jaren aan de muur?
D Bm A G
Ik zie hun gezichten nergens mee-ee-ee-eer,
D G D G
Waar zijn al je platen heen en elke signatuur?
Bm A D
Ik hoor ze niet meer zingen nergens meer.
D G
Ik dacht: zij wacht hier op haar liefde op haar grote god,
D A A4 A
Ik hoopte maar dat ik zo'n god zou zijn,
D G
Ik heb geen recht, geen recht van spreken, helemaal geen recht,
D A
Maar jij kon toch niet eeuwig eenzaam zijn.
Bm G
Of voelde jij: hij komt er aan,
D A
En voelde jij je goed.
Bm G A D A
Dat hart van jou, ik weet niet hoe het moe-oe-oe-oet,
A D A
Hoe het moe-oe-oe-oet.
D G D G
Waar zijn al de foto's, al jaren aan de muur?
D Bm A G
Ik zie hun gezichten nergens mee-ee-ee-eer,
D G D G
Waar zijn al je platen heen en elke signatuur?
Bm A D A
Ik hoor ze niet meer zingen nergens mee-ee-ee-eer.
Bm G
Nergens mee-ee-ee-eer,
D A
Nergens mee-ee-ee-eer,
Bm A
Nergens mee-ee-ee-eer,
D
Nergens meer.