Tom: G
Introdução:
G D/G C/G D/G
Een muts op mijn hoofd mijn kraag staat omhoog
G C D
Het is hier ijskoud maar gelukkig wel droog
G D/G C/G D/G
De dagen zijn kort hier de nacht begint vroeg
G C D
de mensen zijn stug en er is maar een kroeg
F C D4 D G
als ik naar mijn hotel loop, na een donkere dag
F C D4 D
dan voel ik mijn huissleutel diep in mijn zak
G D C G
en ik loop hier alleen in een te stille stad
Em Bm C D
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
G D C Em
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
G/B C D4 D G
en dan denk ik aan Brabant, want daar brand nog licht
G D/G C/G D/G
ik mis hier de warmte van een dorpscafé
G C D
de aanspraak van mensen met een zachte 'g'
G D/G C/G D/G
ik mis zelfs 't zeiken op alles om niets
G C D
was men maar op Brabant zo trots als een fries
F C D4 D G
in 't zuiden vol zon, woon ik samen met jou
F C D4 D
't is daarom dat ik zo van Brabanders hou
G D C G
en ik loop hier alleen in een te stille stad
Em Bm C D
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
G D C Em
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
G/B C D4 D G
en dan denk ik aan Brabant, want daar brand nog licht
F C D4 D G
De peel, en de kempen en de meierij
F C D4 D
maar 't mooiste aan Brabant ben jij , dat ben jij
G D C G
en ik loop hier alleen in een te stille stad
Em Bm C D
ik heb eigenlijk nooit last van heimwee gehad
G D C Em
maar de mensen ze slapen, de wereld gaat dicht
G/B C D4 D G
en dan denk ik aan Brabant, want daar brand nog licht
G/B C D4 D G
en dan denk ik aan Brabant, want daar brand nog licht
G/B C D4 D G
en dan denk ik aan Brabant, want daar brand nog licht