Het is vandaag een onwaarschijnlijk mooie dag,
de mensen om me heen zijn duidelijk opgetogen;
toen ik vanmorgen vroeg die blauwe hemel zag,
zag ik precies hetzelfde blauw van jouw o - gen.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Als de zomer langs de hoge hemel gaat,
is alles anders dan wanneer de zon er niet is;
als dan die hoge gouwe plak te schijnen staat,
dan lijkt het even of er nergens meer verdriet is.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de zee.
Als de jonkheid in 't koele water staat,
is het of er veel meer lieve mensen zijn dan slechte;
dan lijkt de liefde zoveel sterker dan de haat,
dan snap je niet dat er nog ergens mensen vech - ten.
Geef me je hand, ga met me mee,
samen naar het strand, zee zijn met de,
zee zijn met de,
zee zijn met de zee.