Keer op keer werd mij dan weer gezegd, de rest is goed maar jij bent slecht
Je bent de slechtste van de klas
Duizendmaal werd mij dan weer beloofd, de Heer geprezen, zij geloofd
Je bent de traagste van de klas
Van God los - laat nu toch, die God los
Want daar is niets of niemand in de kosmos
't Is zonde van de tijd - de tijd
Vaak genoeg werd mij dan weer verteld, je gaat alleen maar voor het geld
Je bent de duurste van de klas
Keer op keer werd mij dan weer gevraagd, of ik geloof in na vandaag
Waarop ik zei dat daar niks was
Van God los - laat nu toch, die God los
Want daar is niets of niemand in de kosmos
't Is zonde van de tijd
Van God los - laat nu toch, die God los
Nee daar is niets of niemand in de kosmos
't Is zonde van de tijd - de tijd
Van God los - laat nu toch, die God los
Want daar is niets of niemand in de kosmos
't Is zonde van de tijd
Van God los - laa-aat, die God los
Nee daar is niets of niemand in de kosmos
't Is zonde van de tijd - de tijd
(whoe'oe-oe'oeh, whoe'oe-oe'oeh)