Je moet geen filosoof zijn, geen genie,
Geen hooggeleerd professor om te zien wat ik zie,
Want overal zie ik mensen, rondom mij,
Die echt niets anders wensen dan te zijn zoals wij,
Weer gezond, van alle zorgen bevrijd,
Voor het genieten heel gewoon zoals wij.
Komaan we slaan de handen weer in elkaar,
Tesamen brengen wij het weer voor mekaar,
O ja want jij weet dat ik geef voor jou,
Voor hem voor haar, want ik geef om jou,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, ik geef om jou.
Wie wil er nu geen antwoord op zijn vraag,
Maar als je zit te wachten komt dat antwoord te traag,
Een hogere versnelling, tandje bij,
Wat sneller naar de finish, ja dat is levenslijn,
Het zou je buurman of je vriend kunnen zijn,
Die zit te wachten op een betere tijd.
Komaan we slaan de handen weer in elkaar,
Tesamen brengen wij het weer voor mekaar,
Ja ja want jij weet dat ik geef voor jou,
Voor hem voor haar, want ik geef om jou,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, ik geef om jou.
Dus schiet maar uit je sloffen, nu meteen,
Zet je beste beentje voor, en doe met ons mee,
Laat U niet kennen, alsjeblief,
Zelfs zo'n heel klein hartje is veel beter dan niets,
Morgen zou het ook wel jij kunnen zijn,
Die zit te wachten op een betere tijd.
Komaan we slaan de handen weer in elkaar,
Tesamen krijgen wij het weer voor mekaar,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, want ik geef om jou,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, ik geef om jou,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, want ik geef om jou,
Ik geef voor jou, voor hem voor haar, ik geef om jou,
Voor hem voor haar, ik geef om jou,
Voor hem voor haar, ik geef om jou.