Misschien hebben ze schrik, dat ik pis op een pilaar,
of erger, dat ik schijt voor het Heilige Altaar;
dat ik mijn pootje hef ergens midden in de gang,
of dat ik blaf en kef bij gebed en de zang.
Pre-Chorus
Misschien denken ze wel, hij is niet katholiek,
wat een hond voelt voor zijn baas, zo'n liefde past hier niet.
Maar op een dag, ik weet het goed,
laat God de hondjes in de hemel Interlude toe.
Interlude
Ik zit hier voor de kerk, het regent dat het giet,
ik lig aan de leiband, naar binnen mocht ik niet.
De mensen denken, ach, een hond kent geen verdriet,
rouwenn dat doen wij, een hond die kan dat niet.
Pre-Chorus
En dat noemt zich dan christen, dat kan niet eens verstaan
dat de liefde van een hond voor zijn baas nooit zal vergaan.
Maar op een dag, ik weet het goed,
laat God de hondjes in de hemel Interlude toe.
Interlude
Ik kan leven in de straat, ik kan tegen een stoot,
dagen zonder eten en slapen in de goot.
In ruil voor een aai en soms een stukje brood
geef ik al m'n liefde, m'n liefde tot der dood.
Verwittig mij als iemand meer houdt van een man
dan ik van m'n baas, die ik niet missen kan.
End-Chorus
Maar op een dag, ik weet het goed,
laat God de hondjes in de hemel toe.
Oh, et pourtant, je le sais bien,
Dieu recommandait le chien.