Ontwaken 's ochtends alleen met de zon,
De planten gieten in ochtendjapon,
De tafel al klaar voor het ontbijt,
Dat deed ze gisteren al, het geeft je wat tijd.
De vissen bekijken, is het water niet groen,
Strijken en wassen hoeft zij niet te doen,
De deuren staan open, het alarm afgezet,
Verwarming oké, ze heeft al koffie gezet.
De tijd die ze heeft komt haar goed van pas,
Ze probeert het recept dat ze gisteren las,
Ze kan het nog halen, het vroege diner,
Ze had het beloofd, een tete-a-tete met tv.
Ze kijkt elke dag naar het leven,
Naar de vogels op haar balkon,
En 's avonds volgt zij nog heel even,
De sterren van haar feuilleton.
Ze leest ook van prinsen en vrouwen,
Van mensen die dood zijn gegaan,
Van pausen die ook willen trouwen,
Maar ach, de tijd heeft ook niet stil gestaan.
Ze kijkt elke dag naar het leven,
Naar de vogels op haar balkon.
Ze verzorgt haar gezicht met een crème die ze kreeg,
Zuinig gebruiken want die is zo snel leeg,
Af en toe hoopt ze dat ooit op een feest,
Iemand zal voelen dat ze jong is geweest.
Een stuk of wat foto's, zorgvuldig gespaard,
Is het verleden dat zij heeft bewaard,
Zij heeft ook nog dromen maar die geeft ze niet prijs,
Die neemt ze wel mee op haar enkele reis.
Ze kijkt elke dag naar het leven,
Naar de vogels op haar balkon,
En 's avonds volgt zij nog heel even,
De sterren van haar feuilleton.
Ze leest ook van prinsen en vrouwen,
Van mensen die dood zijn gegaan,
Van pausen die ook willen trouwen,
Maar ach, de tijd heeft ook niet stil gestaan.
Ze kijkt elke dag naar het leven,
Naar de vogels op haar balkon.
Ze leest ook van prinsen en vrouwen,
Van mensen die dood zijn gegaan,
Van pausen die ook willen trouwen,
Maar ach, de tijd heeft ook niet stil gestaan.
Ze kijkt elke dag naar het leven,
Naar de vogels op haar balkon.