Midden in de winter hoor ik de vogels fluiten,
ik ga in januari zonder jas naar buiten.
Midden in de winter legt iedereen een ei en
ook al zijn er helemaal geen koeien in wei,
't is altijd lente, altijd lente in mij.
Verse: 2
Al regent het met bakken, al stormt het in de herfst,
al vriest het in december, al is het nog zo'n witte kerst.
Al is het Allerheiligen, voor mij is het mei,
er is maar één seizoen en dat gaat nooit meer voorbij,
't is altijd lente, altijd lente in mij.
Bridge
Oeh, oeh, oeh, oeh, in mij is het mei, het is altijd lente in mij,
oeh, oeh, oeh, oeh, in mij is het mei, het is altijd lente in mij,
het gaat nooit meer voorbij, 't is altijd lente in mij.
Verse: 3
Al komt er een depressie uit het noorden naar ons toe,
al is het leven zinloos, ze krijgen mij niet levensmoe.
Al lusten alle haaien in de wereld me rauw,
al schaam ik me rood en al erger ik me blauw,
het is altijd lente, altijd lente in mij.
Bridge
Oeh, oeh, oeh, oeh, in mij is het mei, het is altijd lente in mij,
oeh, oeh, oeh, oeh, in mij is het mei, het is altijd lente in mij,
het gaat nooit meer voorbij, 't is altijd lente in mij.
Solo
Outro
Het gaat nooit meer voorbij, het is altijd lente in mij,
het gaat nooit meer voorbij, het is altijd lente, altijd lente.