We reizen overal vandaan, we misten nooit de kracht om verder te gaan,
Als vissen in een oceaan oneindigheid verleidt ons zolang we bestaan,
Hoe de stand van de maan en de ondergaan met de zon,
Ons zijn bepalen begrijpt men in de meeste talen,
De wereld in een droom we blijven dwalen we vlogen als vogels.
Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Wees wat je wezen wil.
Ik vraag waarom ik leef en ben,
En niets in mij zegt dat ik de antwoorden ken,
De God die alles simpel maakt ontkent de schoonheid van de eeuwige vraag,
Hoe de drang naar het weten, het hoe en het waarom,
Ons zijn bepalen, het is geschreven in de oudste talen,
De wereld in een droom we blijven dwalen,
We vlogen als vogel ooit.
Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Wees wat je wezen wil.
Wees maar wakker wees maar stil
Als alle harten open gaan, kan het al--le--maal bestaan
Alle geesten, kathedralen, alle boeren, de keizer, de hoeren, de wijzen, de dominees.
Ooh, Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Ik ben de geesten die me voor zijn geweest,
De kathedralen die bepalen wat je vreest,
Ik ben de boer en de keizer, de hoer en de wijzen, de dominees,
Wees wat je wezen wil. . .
Wees maar wakker, wees maar stil
Wooo . . .