Aan het einde wacht de hel,
Je weet het zeker wel,
De duivel lacht je uit,
We kunnen niet meer achteruit,
Ik heb gedaan, ik heb beleefd,
Wat God verboden heeft,
En wat ie nog verhaald,
En ik leefde als een reuzenrad.
Ik ken de hoogste hoogte,
En de lager wal,
De pieken en het dal.
Als de dood me overviel,
Maar ik kreeg een nieuwe ziel,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw,
Stond ik op uit me graf,
En ik kon terug naar af,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw. . .
Ik ken de vrouwen van de straat,
De lust, de overdaad,
De kroegen en de goot,
De maskers en de billen bloot,
Ik weet dat als ik word gehaald,
De boete wordt betaald,
Met opgeheven hoofd,
Leef ik door tot aan de dood.
Ik ken de liefste liefde,
En de zwartste haat,
Voor spijt is het te laat.
Als de dood me overviel,
Maar ik kreeg een nieuwe ziel,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw,
Stond ik op uit me graf,
En ik kon terug naar af,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw. . .
Ik ken de liefste liefde,
En de zwartste haat,
Voor spijt is het te laat,
Voor spijt is het te laat.
Als de dood me overviel,
Maar ik kreeg een nieuwe ziel,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw,
Stond ik op uit me graf,
En ik kon terug naar af,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw. . .
Als de dood me overviel,
Maar ik kreeg een nieuwe ziel,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw,
Stond ik op uit me graf,
En ik kon terug naar af,
Dan deed ik alles overnieuw,
Alles overnieuw. . .