D G
's Ochtends loopt ze door de straat,
D G
En ze heeft geen been om op te staan,
D G
En iedereen blijft naar haar staren,
D
Toch heeft ze niets gedaan,
G
Het bloed stroomt naar haar hoofd.
D G
En ze kijkt zo droevig uit haar ogen,
D G
Ze denkt aan wat ze hebben wou,
D G
Een beetje eten en hormonen,
D
En wat liefde van haar hond,
G
Maar de hond is dood,
D G
De hond is dood.
D G
Hij is pas goed en wel begraven,
D G
De koetjes lopen in de wei,
D G
Ik troost en neem haar dan te grazen,
D
Maar ze graast wel zonder mij,
G
En zonder jou,
D G
Bont en blauw.
D G
Iedereen blijft naar haar staren,
D G
Ze heeft de bijl nog in haar hand,
D G
Niemand durft het haar te vragen,
D
Hoe gaat het met haar man,
G
Haar man is dood,
D G
En de hond is dood.