Ik zocht eens op een avond laat, in Brussel de Mimosastraat Ging binnen in een eigenaardig pand Er lag een tweebenige vis en 't licht scheen in de duisternis Want iemand stak de bastuba in brand
Er stonden kisten voor het raam, een hamer met een rare naam En toen werd het pas razend interessant Vijf stukken van dezelfde vrouw, een stoomtrein raasde door de schouw De spiegel toonde alleen uw achterkant
Raad - eens -waar ik zit, bij Re-né Magritte 'k Heb - zijn - dromen doorge-nomen, 't Staat hier zwart op wit
De buren waren identiek, ze kleedden zich zeer excentriek En gingen altijd samen op café Een bolhoed en een zwarte jas, met ruggen recht en kop in kas Dronken ze daar meestal een kopje thee
En op een keer toen is de maan, vlak boven iemands hoofd gaan staan De schoolmeester die gaf toen een tournée Maar bij een zware regenstorm, viel nog altijd in uniform De hele bende vrolijk naar benee
Raad - eens -waar ik zit, bij Re-né Magritte 'k Heb - zijn - dromen doorge-nomen, 't Staat hier zwart op wit
Raad - eens -waar ik zit, bij Re-né Magritte 'k Heb - zijn - dromen doorge-nomen, 't Staat hier zwart op wit