Wij wachten tot de ochtend komt,
En dan gaan wij uit,
Bloednuchter in onze propere kleren.
Wij spotten met onze medemens,
Die moeite heeft met de wereld,
Die zo meteen weer alleen naar huis moet gaan.
Ons karakter is van ijzer,
Onze wil die is van staal,
Wij kwamen van ver en nu zijn we hier.
Wij praten met elkaar,
Alleen over het heden,
Vroeger is voorbij en lang gele e e den.
Ons karakter is van ijzer,
Onze wil die is van staal,
Wij kwamen van ver en nu zijn we hier.
We zijn van de harde lijn,
We zijn ouder en wijzer,
We kwamen van ver en nu zijn we hier.
Ons karakter is van ijzer,
Onze wil die is van staal,
Wij kwamen van ver en nu zijn we hier.
We zijn van de harde lijn,
We zijn ouder en wijzer,
We kwamen van ver en nu zijn we hier.
We zijn van de harde lijn,
We zijn van de harde lijn,
We kwamen van ver en nu zijn we hier.