Als je dat ook wilt, kunnen wij best samen rijden.
Ik sta al zeker een kwartier naar jouw omafiets te kijken.
En nu je eindelijk hierheen komt,
doe ik of ik net mijn fiets vond.
Moet jij ook dezelfde kant op? Net alsof ik dat niet wist.
En als je dat ook wilt, dan weet ik een leuk terrasje.
't Is en heel klein beetje om. Ik betaal, ik heb m'n pasje.
Nu de zon weer wat terrein wint,
en de winter eind'lijk inbindt
Denk ik zomaar dat jij ook vindt, dat dat klinkt als een goed plan.
En als we dan toch praten,
Anna, leven is voor samen. Vind je niet?
Als je dat ook wilt, kunnen we best meer bestellen.
Jij hebt trek van dat gefiets, het bleek inderdaad wat ver.
Het is terug hetzelfde roteind,
het is heerlijk hier, de zon schijnt.
En nu jij en ik hier toch zijn, dan is blijven
En als we dan toch praten,
Anna, leven is voor samen. Vind je niet?
De vraag kan vast wat beter,
maar ik moet het antwoord weten.
Anna, leven is voor samen. Vind je niet?
Waarom gaat dit ding elke keer zo moeilijk open?
And're sleutel dan, misschien? Ik zie jou naar buiten lopen.
Jij gaat staan op de pedalen,
ik blijf in het fiets'nhok balen.
Zo wordt leven nooit voor samen, want ik sta weer eens op slot