De lichten uit, het verhaal allang verteld,
De wolf is dood, zij zijn de held,
Zij kunnen gaan slapen, schaapjes hoeven niet meer geteld,
Zij mogen slapen, want de wereld is nu donker maar bewaakt,
Tenzij de wereld ze zonder reden met een onbekende schreeuw wakker maakt.
Is het nodig dat we over dingen zwijgen,
Die we beiden toch met open ogen zien,
Is het nodig om elkaar te bedreigen,
Met hen die enkel zien wat ze zien.
De lichten aan, het verhaal allang verteld,
Het vuur is dood, wie is de held,
Zij moeten slapen, er is geen weerwolf meer gemeld,
Maar ze slapen, want de wereld is nu donker maar bewaakt,
Tenzij de wereld ze zonder reden met een onbekende schreeuw wakker maakt.
Is het nodig dat we over dingen zwijgen,
Die we beiden toch met open ogen zien,
Is het nodig om elkaar te bedreigen,
Met hen die enkel zien wat ze zien.
Kunnen we kijken naar het kijken dat kan komen,
Een visioen dat wij misschien nooit zullen zien,
We hebben aan het spel deelgenomen,
Waarvan het einde voor ons niet was voorzien.
Is het nodig dat we over dingen zwijgen,
Die we beiden toch met open ogen zien,
Is het nodig om elkaar te bedreigen,
Met hen die enkel zien wat ze zien.
Is het nodig dat we over dingen zwijgen,
Die we beiden toch met open ogen zien,
Is het nodig om elkaar te bedreigen,
Met hen die enkel zien wat ze zien.