Ik wou dat ze straks zei,
Kom nu schat,
Kom bij mij.
Zodat ik in haar ogen,
Alle sterren zag.
En zo dat zei,
Net zoals,
Gisteren bij me was,
Ik wou dat ze straks zei,
Kom nu schat,
Kom bij mij.
Zodat ik weer de God ben,
Die ik ben,
Telkens als ze van me houdt,
Zij mijn allerliefste is,
Ooh, gelukzak,
Die ik ben.
Ik wou dat ze straks zei,
Kom nu schat,
Diep in mij,
Zodat ik weer haar hete kussen,
Op me voel,
Zodat we beiden tronen,
In die heilige stoel.
Ik wou dat ze straks zei,
Kom nu schat,
Diep in mij.
Zodat ze weer de God is,
Die ze is,
Telkens als ze van me houdt,
En ik haar allerliefste ben,
Ooh, gelukzak,
Die ik ben.
Een heel nieuw leven,
Geeft ze mij,
Gelukzak die ik ben,
Een heel nieuw leven,
Geeft ze mij,
Gelukzak,
Oh, gelukzak,
Die ik ben.
Een heel nieuw leven,
Geeft ze mij,
Gelukzak die ik ben,
Een heel nieuw leven,
Geeft ze mij,
Gelukzak
Oh, gelukzak,
Die ik ben,
Gelukzak,
Die ik ben.