Handtas aan je schouder,
Alleen op een overvol perron,
Zwarte glazen voor je ogen,
Aan de hemel schijnt alleen de noorderzon,
Je lijkt niet echt veel ouder,
Alsof de tijd voor jou niet echt bestond,
Toch is het lang geleden,
Dat er ooit iets tussen ons begon.
Nummer één op balletschool,
Hoofdrol in het laatstejaars toneel,
Zingen voor een volle zaal,
Met een stem nog zachter dan fluweel,
Je zou naar Amsterdam gaan,
Een auditie voor Carré was jou beloofd,
Zo verdween je uit m’n leven,
Maar nooit maar één seconde uit m’n hoofd.
Annelies, je zou gaan reizen,
Dat had je voor jezelf gepland,
Je zou de wereld iets bewijzen,
Je zat boordevol talent,
Misschien was dit wel een illusie,
Was het leven niet zo’n feest,
Ik ben blij dat ik je weerzie,
Terug van nooit weg geweest.
Zelf ben ik toen ook weggegaan,
Londen, Barcelona, Praag, Berlijn,
Misschien om ook een beetje,
Een heel klein beetje net als jou te zijn,
Ik zocht in elke haven,
Elke metro op elk vliegtuig elke trein,
Naar één of ander teken,
Dat misschien van jou had kunnen zijn.
Maar je hoeft toch niet te reizen,
Je kan blijven waar je bent,
Je hoeft jezelf niet te bewijzen,
Aan diegene die je kent,
Kom met mij terug naar Zeeland,
De wereld die je hebt gekend,
Want hier ben je altijd iemand,
Kun je echt zijn, wie je bent.
Kom met mij terug naar Zeeland,
Samen terug naar Sas van Gent.