17 jaar geleden
Sprak een man mij zomaar aan
Hij zei: 'Niets kan mij meer schelen'
En ik doe d'r ook niks aan
En er was niet echt een reden
Zo was het altijd al geweest
Voor hem was leven lijden
Zoals voor anderen een feest
En niemand kon begrijpen
Waarom die man zo droevig was
En d'r waren theorieën
Dat hij vroeger in de klas
Geobsedeerd was met een meisje
Waarvan ze zeiden die is gek
Ze heeft de duivel in haar ogen
En een ketting om haar nek
En ik zag hem in de duinen
Staren naar de zee
In z'n eentje aan het eten
Aan een tafeltje voor twee
En ik had hem willen spreken
Maar dat durfde ik niet goed
Dat was een van duizend dingen
Die je simpelweg niet doet
Want in het dorp zeiden de mensen
Met die man is er iets mis
Dat hij nooit een keertje praten wil
Altijd in z'n eentje is
En soms dan zeggen vrouwen
Als je het niet horen kan
O, ergens is het zonde
Het was best een knappe man
Want op een dag is 'ie verdwenen
En niemand wist waarheen
En de buren hadden vragen
Dus de politie kwam meteen
Om z'n huis te onderzoeken
Voor een aanwijzing of spoor
Maar de ene agent zei tegen de ander
Ikke, ik weet het ook niet hoor
Maar hij lijkt spontaan verdwenen
En hoe weet alleen God
Want de ramen en de deuren
Zijn van binnenuit op slot
En er is hier verder niets meer
Er is maar één ding ongewoon
Twee borden op een tafel
Eentje vies en eentje schoon