A
verse 1
A
Wie vertelt me van het leven?
A4
Grote broer, die weet het best
A
Als ik groot ben, wil ik even
A2
groot en sterk zijn als de rest
A
De poes vindt van niet
Pre-Chorus
D
Hij zegt: ik kan hem niet verstaan
C
Als ik groot ben, is dat van de baan
D C B
want grote mensen praten niet met poezen
E
En nu ben ik groot
B
en belangrijk en student
E
Grote broer, je bent nu dood
B
ik heb je nooit als vriend gekend
A
Je bent een zware man
E
je bent een grote vreemde vader
B
Een meneer die het weten kan
A E
Maar voor mij ben je alleen maar een verrader
A
verse 2
A
Vlinders zongen in de bomen
A4
vogels zaten op mijn hand
A
Kleine man, je bent aan 't dromen
A2
kom gebruik nu je verstand
A
En dat heb ik nu gedaan
Pre-Chorus
D
Eerst was verstand een heel nieuw spel
C
de poes kon ik niet meer verstaan
E
de school werd na een week een hel
D C B
Het paradijs is niet voor grote jongens
E
Tot dusver heel normaal
B
iedereen wordt eenmaal groot
E
het overkomt ons allemaal
B
en ieder sterft zijn kinderdood
A
Je wordt een grote vent
E
je wordt een trage lange jongen
B
die Tacitus en Wolkers kent
A E
en al zijn dromen netjes heeft verdrongen
A
verse 3
A
Vlinders moeten rupsen worden
A4
vogels kruipen in hun ei
A
Vliegen hoort niet in de orde
A2
van de mensenmaatschappij
A
Toch is er soms een weg
INTERLUDE
A/E
Pre-Chorus
D
Toch is er iets dat overleeft
C
en soms dan kan je even weg
E E7
omdat wie wil wel vleugels heeft
D C B
al is het dan alleen maar om te dromen
E E7 A
alleen maar om te dromen
OUTRO