Tom: G
Introdução:
D G D G
M'n meisje was heeft me bedrogen met een andere man vannacht,
D A G
'k gaf haar een klap tegen haar oren, dat had ze van mij niet verwacht.
D G D G
Ik noemde haar hoer en kutwijf, vulgair en gemeen,
D A G
ik trapte mijn laars los door de deur, mijn hart was gebroken en zo ook mijn teen.
D G D G
Mijn huis mag afbranden, men mag roven heel mijn fortuin,
D Bm G A
klop uit mijn mond alle tanden, maar leg alsjeblieft mijn hart niet in puin.
D G D G
Ik mag kaalhoofdig worden, men mag amputeren mijn been,
D Bm G A
maar steek toch geen messen diep in mijn hart, want dat is echt niet van steen.
Interlude
D G D G
M'n meisje was heeft me bedrogen met een andere man vannacht,
D A G
mijn hart zomaar gebroken, zo vanzelf en onverwacht.
D G D G
Jankend liep ik door de straten, op zoek naar het gekkenhuis,
D A G
ik riep: God, waarom heb jij mij verlaten, net zoals christus aan het kruis?
D G D G
Mijn huis mag afbranden, men mag roven heel mijn fortuin,
D Bm G A
klop uit mijn mond alle tanden, maar leg alsjeblieft mijn hart niet in puin.
D G D G
Ik mag kaalhoofdig worden, men mag amputeren mijn been,
D Bm G A
maar steek toch geen messen diep in mijn hart, want dat is echt niet van steen.
D G D G
M'n meisje was heeft me bedrogen met een andere man vannacht,
D A G
'k gaf haar een klap tegen haar oren en ik schrok van mijn eigen kracht.
Outro