Tom: D
Introdução:
D G A
Mijn auto werd gestolen vannacht,
D G A
terwijl ik lag te slapen, zacht.
G
Toen ik opstond vanmorgen keek ik uit het raam,
A G
mijn ogen zagen niets, daar waar hij had moeten staan.
A D
Mijn auto werd gestolen vannacht.
D G A
Mijn auto is er vandoor gegaan,
D G A
ik zweer u, ik had hem op slot gedaan.
G
Ik voel me verloren, kreupel en blind,
A G
ik ben beroofd aan een goeie vriend.
A D
Mijn auto werd gestolen vannacht.
Interlude
D G A
Mijn auto werd gestolen vannacht,
D G A
dit had ik nooit verwacht.
G
Hij was oud, verroest, versleten en traag,
A G
maar hij was van mij en ik zag hem toch zo graag.
A D
Mijn auto, mijn auto ...
G A D
mmm', mijn auto, mijn auto, mijn auto,
G A G
mijn auto werd gestolen vannacht.